Het lijkt een wet in mijn natuur:
Mijn verlangen naar de lente
Is het sterkste in de winter
Tegen de wind fietsend naar school
Verlang ik wind in de rug
Voor als ik straks terugkeer naar huis
Wanneer de meester vragen stelt
Verlang ik naar het einde van de les
Want ik ken zijn antwoord niet
Maar liefje, zodra ik jou weer zie
Verlang ik dat het altijd duurt!
Dichters zonder woorden
Zijn als zwemmers zonder water
Of fietsers zonder fiets
Zonder woorden dichten?
Nee, dat zegt mij
Het is stil, de wind rust in de bomen
Op het gladde water drijft een eend
De lange rugvin van een karper
Schrijft rimpels op een waterspiegel
Maar zonder water schrijft hij niets
Dichters dat zijn woordenzoekers
Voor de wereld binnen <-> buiten
Bruggen slaan om te verbinden
Misschien is dat wat dichten werkelijk is.
Langzame woorden
Op lippen rood en zacht
Lieve woorden
Daarop heb ik gewacht
Wachten duurt soms lang
En woorden gaan zo snel
O tijd, jij bent van elastiek
Laten het langzame woorden zijn
Daarop heb ik gewacht
Lieve woorden
Op lippen rood en zacht
Langzame woorden
Elke avond bood je mij
Een dagelijks genot
Soms diep, soms droevig en soms blij
Een dagelijks genot
Jouw woorden die ik dagelijks las
Daarvoor zeg ik: gratias!
Die punt aan ’t einde van je zin: voorbij!
Een dagelijks genot
We gaan je missen dichter want het was
Een dagelijks genot!
Mijn broer Hugo schreef en publiceerde vier jaar lang dagelijks een gedicht op Facebook. Op 31 december 2022 schreeft hij:
Geen dagelijkse verzen meer.
Op 1 januari 2019 ben ik, geïnspireerd door mijn goede vriend @Hans Heerings (Helaas, hij is niet meer), dagelijks een vers gaan schrijven. Tot vandaag aan toe.
Vier jaar lang, 1461 dagen achter elkaar.
Ik heb één keer moeten verzaken want ik was simpelweg te ziek die dag.
1460 versjes dus. Iedere avond vers geschreven en nieuw uit mijn ‘pen’. Ik wilde ook per se dat ze vóór 23:59 u. online stonden. Dat is me denk ik slechts 2 keer niet gelukt. En het is een keer misgegaan door een technisch falen.
Ik kreeg in de loop der tijd een aantal fans. Die regelmatig of zo af en toe reageerden. Misschien hoor jij daar bij. Dankjewel voor je support. Ik vond je reacties altijd erg fijn.
Blijf ik wel versjes schrijven? Tuurlijk. Voor mezelf. En beroepsmatig her en der (Neem gerust contact met me op.) En af en toe post ik er heus nog wel een. Want laat ik eerlijk zijn. Het zit in mijn natuur.
Vanaf nu ga ik dagelijks werken aan een stukje van een wekelijks afgerond verhaal.
Omdat ik de natuur van mijn prozakant wil leren kennen. Kijk morgen maar op mijn tijdlijn.
Hugo's gedichten zijn te lezen op: https://www.werkplaatsvandeverbeelding.nl/category/dagvers-2021/
De denker stapte in het warme bad
In het water werd hij weer een lichaam
Het voelde zo vertrouwd als lang geleden
Nog van voor hij woorden spreken kon
Zij werd in dit zachte lichaam geboren
Eerlijk gezegd verbaasde haar dat wel
Natuurlijk niet dat het een lichaam was
Maar dat het dít lichaam was en niet dát
Hij was een kleine man dat wist hij wel
Zijn lichaam was compleet maar niet zo groot
Dus hij studeerde hard en werd erg slim
Wat hem dan iets ter compensatie bood
Haar vrienden noemden haar vaak sterk en stoer
Maar binnen in haar afgetrainde lijf
Zat nog steeds dat kleine kwetsbare kind
Dat zij verborgen hield, het was haar geheim
Hij schaamde zich voor zijn eigen lichaam
Voor dat van anderen eigenlijk ook
Dat sprak hij dan ook regelmatig uit -
Over zijn eigen lichaam zweeg hij liever
Haar lichaam voldeed niet aan de normen
Die door haar omgeving werden gesteld
Te veel van dit en veel te weinig dat
Zodat ze wel veel te verbergen had
Dichters bezing het zinderende lichaam
Armen, benen, billen, borsten en buiken
De neus, de ogen, de kin en de mond
Zodat wij weten dat wij leven mogen!
Mensen lopen zichzelf telkens weer tegen het lijf, hoe verwoed ze dat ook proberen te vermijden. Schrijft filosofe Martha Nussbaum in haar boek Het koninkrijk van de angst.
We hebben vaak een soort haat-liefdeverhouding met ons lichaam. Als kind leren we dat we een lichaam hebben, maar we leren ook dat bepaalde aspecten van ons lichaam ‘walgelijk’ zijn. Urine, uitwerpselen, menstruatiebloed, loopneuzen en allerlei andere lichaamsvochten proberen we zo veel mogelijk te vermijden en te verbergen. Ons lichaam kan een bron van genot zijn, maar ook een bron van pijn. Een bron van verlangen, maar ook een bron van afwijzing. We associëren het met onze dierlijkheid onze kwetsbaarheid en sterfelijkheid. De taal van het lichaam is voelen. Door niet te voelen, neem je als het ware afstand van je lichaam en/of je projecteert je gevoelens op anderen.
Hoe zou het zijn als we onze en elkaars lichamelijkheid helemaal zouden accepteren en respecteren?
Walt Whitman (1819-1892), algemeen beschouwd als de nationale dichter van Amerika, sprak in een gedicht over het ideaal van ‘het zinderende lichaam’ (the body electric) consequent en volledig in praktijk gebracht, vol liefde en zonder terugdeinzen.
Misschien leren we van de dichters ooit onze schaamte voorbij te gaan en onze lichamelijkheid volledig te accepteren in al haar aspecten.
De titel van het lied aan het einde van de film Fame uit 1980, uitgevoerd door de studenten van de New York City High School for the Performing Arts, is gebaseerd op het gedicht van Walt Whitman:
'I sing the body electric
I celebrate the me yet to come
I toast to my own reunion
when I become one with the sun
and I'll look back on Venus, I'll look back on Mars,
and I'll burn with the fire of ten million stars.
And in time and in time we will all be stars.'
Het gedicht van Walt Whitman vind je hier.