Terwijl ik op het Greyhound-busstation in San Francisco op de bus stond te wachten, zag ik dat op een bord aan de muur stond: ‘Tieners, spreek niet met onbekenden.’ Dit bord was duidelijk bedoeld om van huis weggelopen tieners te waarschuwen voor de gevaren van de grote stad. Zo zijn er bijvoorbeeld pooiers die het gemunt hebben op eenzame, bange tieners op busstations. Met geveinsde belangstelling bieden ze vriendschap, eten, onderdak en misschien drugs aan. En vervolgens weten ze tieners te strikken om voor hen in de prostitutie te gaan werken. Zo werd ik er op een zeer onaangename manier aan herinnerd hoe sommige mensen anderen misbruiken.
Maar toen ik de wachtruimte binnenstapte werd ik meteen een stuk vrolijker. Ik zag een wat oudere seizoenarbeider zitten met een sinaasappel op zijn schoot, blijkbaar het restant van zijn lunch die hij in een bruine papieren zak had meegenomen. Aan de andere kant van de wachtruimte zat een vrouw, met op haar schoot een peuter die met grote ogen naar de sinaasappel keek. Toen de man de blik van het jongetje zag, stond hij meteen op en liep op hem af. Dichterbij gekomen, keek hij de moeder aan en vroeg haar door middel van een gebaar of hij de sinaasappel aan het kind mocht geven. De moeder glimlachte. Maar vlak voordat hij bij het kind was, bleef de man staan en kuste de sinaasappel terwijl hij die in de kom van zijn beide handen hield. Toen gaf hij hem aan het kind.
Ik ging naast de man zitten en vertelde hem dat ik ontroerd was door wat ik hem had zien doen. Hij glimlachte en blijkbaar vond hij het fijn dat ik zijn daad had gewaardeerd. ‘Wat me vooral raakte was dat u de sinaasappel een kus gaf voordat u hem aan het jongetje gaf,’ voegde ik eraan toe. Hij keek ernstig en het bleef even stil. Toen zei hij:
‘Ik ben nu vijfenzestig jaar, en als er iets is dat ik heb geleerd, dan is het:
geef alleen als het vanuit je hart komt.’
Marshall Rosenberg - Geweldloze communicatie