Vandaag zijn we meer in het zuiden. De temperatuur is hier hoger, iets boven de 20 graden. Dat voelt aangenaam en we maken een lange wandeling langs een liefelijk uitziend fjord. Na een paar uur lopen besluiten we te rusten bij een stroomversnelling. Heerlijk even de schoenen uit.
Een bergwandeling is fijn. Ja, het is ook inspannend. Urenlang lopen, de rotsen op het pad vragen voortdurend om aandacht. En de bergstroompjes ook: springen van steen naar steen en daarbij je evenwicht bewaren. Soms is er regen of loop je door de mist van een laaghangende wolk. Maar de uitzichten zijn indrukwekkend. En, hoewel vermoeiend, voelt het goed in je lijf. Je voelt dat je leeft. Als de zon schijnt voel je het zweet op je lijf. In de verte ligt sneeuw op de berg. Dat wordt je doel.
In de zomerzon
resten sneeuw in de bergen;
mist boven het meer.
Vandaag een rustdag.
Even niet in de tent, maar in een kleine hut. De hele dag hangen de wolken laag en er valt constant regen. Dat geeft het fjord een grijze sfeer, maar in de avond breekt toch de zon nog even door.
De deken wordt opgetild en onthult de sprookjesachtige schoonheid van het landschap.
Morgen rijden we naar Bergen is het plan.
De basis van deze tanka wordt gevormd door de eerste drie regels, de haiku.
Dan volgen nog twee regels van ieder 7 lettergrepen, die regels plaatsen de haiku in een context. Een context die overigens nog speelruimte geeft voor interpretatie door de lezer.
Welke twee andere regels zou je hier ook kunnen invullen, waardoor de betekenis veranderd, waar zou jij voor kiezen?
Bijvoorbeeld:
Zacht maanlicht valt op
twee steeltjes onder het bed;
haar hoge hakken.
Zolang niet meer gedragen
sinds hun onverwacht afscheid.
(Foto: internet)
Waarom schrijf ik over zo'n klein blauw vlindertje. Zo'n alledaags, kwetsbaar, haast nietig, klein blauw vlindertje dat voorbijdrijft op de wind?
Misschien juist daardoor, omdat ik besef dat ik dat denk: nietig vlindertje. En dan opeens, in dezelfde ademtocht tot mij doordringt dat dit kleine vlindertje in al haar nietigheid iets doet wat ik zonder hulpmiddelen niet kan: vliegen op de wind.
Dan word ik mij bewust van mijn eigen beperkingen en - misschien - mijn eigen nietigheid. En ik voel verwondering, bewondering, misschien zelfs ontzag voor het leven in al haar verschijningsvormen.
Klein blauw vlindertje
dwarrelt zachtjes op de wind;
zoiets kan ik niet.
Klik op een afbeelding om deze te vergroten:
De eerste volle maan van de lente
Schijnt net iets helderder
Misschien als teken van Pasen
Na de winter weer een nieuw begin