De voordeur is gesloten,

de achterdeur is dicht.

De zijdeur is nog open

en binnen brandt zacht licht.

 

Gordijnen voor de ramen

met hier en daar een kier.

Zo zitten wij hier samen

en hebben veel plezier.

 

Terwijl de stormen woeden,

en regen valt op straat,

wil ik naar boven spoeden

waar ‘t bed te wachten staat.

 

Hier onder warme dekens,

als in een veilig nest,

vervagen levenstekens

wij slapen, opperbest!