Ik waag mij in het woud hierbinnen

Beschermd door geesten en magie

En onder sluiers groene schaduw

Dring ik steeds verder door.

 

Ik ga langzaam over paden

Door geen mensenvoet gebaand

En luister naar de bomen,

De reuzen in dit woud.

 

Fluisterend over de plek

Die zij verborgen hielden

Diep, diep in hun midden

Het geheim van mijn bestaan.

 

Daar in de bron der bronnen

Verborgen in het diepste diep

Onder lagen angst en zorgen

Het onnoembare.

 

Ik kijk het in de ogen

En luister naar zijn stem

Ik heb mijn kracht gevonden

Nu ik mijzelf geworden ben.