In het oude park
achter de waterput
in de schaduw
van de lindeboom
stond een bankje
van papier.
Hoe dat kan
dat weet ik niet
het stond er
al heel lang
wij kinderen
kwamen altijd hier.
Ons bankje,
volwassen mensen
zien zo’n bankje niet
ons bankje,
ons bankje
van plezier.
Maar het donker kwam
je ging, het regent dat het giet
zoals dat zo dikwijls
in het leven gaat;
alleen nog in gedachten
op ons bankje hier.
Gedachten
zijn het echte leven niet,
ik wil iets doen
ik wil op zoek
ik vind ons bankje wel
ik vind wel een manier.