Ik kijk schichtig om mij heen

Maak me klein, vertraag, versteen

Waar is toch de uitgang hier?

Een schuilplaats? Ik zie er geen!

 

Hoe vind ik nou toch een manier

Liefst zonder al te veel gemier

Om dit gedoe te overleven?

‘t Vergalt zoveel van mijn plezier!

 

Nee, dat is echt niet overdreven

Ik voel mijn lijf en leden beven

Mijn rust gaat hiermee naar de maan

‘k Was beter toch maar thuis gebleven!

 

In de grond van mijn bestaan

Wortelt diep mijn angstorgaan

Dat ik best wel eens beween

Want ’t slaat dikwijls heel snel aan

 

Als je bewust of onbewust waarneemt dat er iets onveilig is word je bang. Er zijn, net als bij de andere emoties, veel verschillen in de mate van angst. We gebruiken dan woorden als bezorgd, onzeker, bevreesd, gestrest, zenuwachtig.

We ervaren angst als een onprettige emotie. Angst maakt dat we niet zo goed contact meer kunnen maken met de mensen en de wereld om ons heen. We worden ons dan vaak erg bewust van onszelf of onze situatie. En we gaan op zoek naar manieren om de angst te verminderen of te vermijden, soms ontkennen we onze angst.

Toch is angst een nuttige emotie, angst helpt ons om onszelf te beschermen tegen onveilige situaties. Angst wordt echter een probleem als deze je leven gaat overheersen. Het is dan als een alarmsysteem dat te gevoelig is afgesteld. Vooral als je een akelige gebeurtenis of periode hebt meegemaakt. Het alarm gaat dan te vaak af, ook in situaties die objectief gezien veilig genoeg zijn.

Ook hier geldt dat het leren ‘aankijken’ van je angst een eerste stap is naar het ervaren van veiligheid. Met aankijken bedoelen we hier dat je accepteert dat de angst er is. Een deel van jou kan je gevoel opmerken en daarmee word je niet helemaal overspoeld. Je ontkent je angst niet, maar laat het er zijn: “Ik ben bang en dat is oké.”